APELDOORN/BEEKBERGEN – De dorpsraad Beekbergen-Lieren is kritisch over de organisatie van de Triënnale.

Voorzitter Atze Oosterwoud heeft een brief gestuurd aan leden van de gemeenteraad. Daarin schrijft hij dat de informatie over de Triënnale gebrekkig is en veel te laat komt. De raad meent dat de dorpen worden vergeten bij de organisatie van het cultuur-, tuin- en landschapsevenement.

Volgens de dorpsraad dreigen Beekbergen en Lieren de kleur rood toegewezen te krijgen, terwijl de historische kleuren van beide dorpen geel en blauw zijn. De raad wil niet dat er hooigrassen binnen de bebouwde kom worden gezaaid, omdat dat onaangenaam zou zijn voor hooikoortspatiënten. De grassen moeten in bermen van toegangswegen worden gezaaid, maar tegen de tijd dat daar een vergunning voor is verleend, is het volgens de dorpsraad al te laat.

Verder had de commissie van Goede Diensten van de dorpsraad, die zich bezighoudt met het voorbereiden van de Triënnale, gerekend op een bijdrage van 200.000 euro. Daarbij ging zij uit van een totaalbudget van zeven miljoen. In werkelijkheid is er maar 15.000 euro beschikbaar voor alle dorpen.

Frans Mulderij, projectleider bij de Stichting Triënnale, vindt de brief ‘een beetje stemmingmakerij’. “We bepalen de kleur in overleg met ieder dorp. De manier waarop de dorpsraad rekent rammelt aan alle kanten. De begroting van vijf miljoen is verdeeld over twaalf programma’s. Het is waar dat de binnenstad het visitekaartje van de Triënnale wordt, maar die keuze ligt voor de hand.”

Mulderij erkent dat de korte voorbereidingstijd voor het evenement niet ideaal is. “Maar onder druk komen dingen ook wel tot stand.”

De gemeente stelt dat er geen bewezen verband bestaat tussen hooigras en hooikoorts. “Maar we willen best met de mensen in de buurt overleggen over het zaaien”, zegt woordvoerder Toon Schuiling.

 [Bron: De Stentor, Rob van Gemert]