Midden juni 2012 heeft de rechtbank Zutphen de bouwvergunningen voor woningen en appartementen op het Spelderholt vernietigd. De verleende kapvergunning is geschorst en moet opnieuw worden onderbouwd. Tegen dit vonnis is zowel de gemeente als Tergouw in beroep gegaan bij de Raad van State. Onlangs heeft de SBNE een verweerschrift ingediend met de volgende argumenten.

1. Beide beroepschriften zijn te laat ingediend. De Crisis- en herstelwet eist vanwege de gewenste versnelling van bouwplannen dat binnen zes weken zowel het beroepschrift zelf als alle beroepsgronden bij de rechter zijn. Gemeente en Tergouw hadden geen haast. Zij deden er bijna twaalf weken over. Daardoor zijn beide beroepen niet ontvankelijk. De SBNE vraag de rechter toch een oordeel over de inhoudelijke beroepsgronden van gemeente en Tergouw. Dit om te voorkomen dat er bij een nieuw bestemmingsplan weer naar de rechter moet worden gegaan.
2. De rechtbank zou de gemaakte fouten bij de kapvergunning hebben moeten herstellen en de rechtsgevolgen daarvan in stand hebben moeten laten. De SBNE stelt dat herstel van fouten een bevoegdheid van de rechter is een geen plicht. Het in stand laten van de rechtsgevolgen zou onterecht zijn omdat de SBNE geen informatie heeft gekregen over de te kappen bomen en over een bijbehorend onderzoek. Erkend is tijdens de zitting bovendien dat er wel waardevolle bomen gekapt mogen worden. Wij vinden het ook ontoelaatbaar dat er een kapvergunning voor woningbouw is afgegeven terwijl nog niet vast stond dat de bouwplannen toelaatbaar waren.
3. Gesteld wordt dat alleen woningbouw op het Spelderholt ook mogelijk en door de raad gewenst is, zelfs als de verhuizing van de manege niet door mocht gaan. Gesteld wordt ook dat het plan blijft de bouw van de manege met bijbehorende onderdelen uit te voeren. De onderbouwing van de woningbouw is echter vrijwel gelijk aan die van het oorspronkelijke totaalplan. Woningbouw alleen zou een andere onderbouwing vragen, een onderbouwing die bij voorbeeld zou moeten aangeven waarom men hier met de inhoud van de woningen verder mag gaan dan wat in het algemeen bij woningbouw in het buitengebied is toegestaan. Die wordt niet gegeven waardoor het plan niet deugt.
4. Gesteld wordt dat bij uitvoering van het totaalplan alvast met de woningbouw mag worden begonnen. De woningbouw was echter bedoeld om met de opbrengsten de verhuizing van de manege mogelijk te maken. Nu na de vernietiging van de natuurbeschermingswetvergunning onzeker is of de manege wel gebouwd vindt de SBNE dat de woningbouw niet mag worden uitgevoerd. Ook had moeten worden onderbouwd hoe met de in het huidige tijdsgewricht te verwachten lagere opbrengsten van de woningen de verhuizing en zeker ook de uitbreiding van de natuur toch zal kunnen worden gefinancierd.
5. Bij het totaalplan aanwezige gebreken, waarop het bijhorende bestemmingsplan mede door de Raad van State is vernietigd, worden volgens de SBNE met dit plan niet hersteld. Gemeente en Tergouw gaan op dit punt niet in.
6. Geen rekening is gehouden met het (nieuw in het bestemmingsplan Beekbergen-Lieren) opgenomen beleid dat er geen zichtbare bebouwing mag komen in de bosrand van een enk. Dit om de enken herkenbaar en ‘leesbaar’ te houden. Het is onbegrijpelijk dat dit niet geldt voor de best bewaarde enk van Beekbergen, de Konijnenkamp.